Komend voorjaar gaan we op tournee met de Neue Vocalsolisten Stuttgart. Een leuke vergissing lag vijf jaar geleden aan de basis van ons nieuwe gezamenlijke concertprogramma ‘Morphing Relations’.
De Keulse componist Steffen Krebber bereidde zich voor op een lezing over de imitatie van diergeluiden in de muziek. In voorbereiding hierop verzamelde hij voorbeelden uit de muziekgeschiedenis en speelde op een goed moment per ongeluk twee muziekfragmenten tegelijkertijd af: ‘le chant des oiseuax’ van Clément Janequin (rond 1500) en Zugvögel von Carola Bauckholt (geb. 1959). Het resultaat was verrassend mooi en ‘begrijpelijk’, door de toevallige stapeling kwam aan het licht hoeveel overeenkomsten er bestaan tussen deze twee muziekstukken waarvan het ontstaan een half millenium uit elkaar ligt. Krebber mailde ons een audiobestand met de combinatie van deze twee stukken en stak ons aan met zijn enthousiasme voor deze stapeling. Hetzelfde bestand stuurde Krebber overigens naar Stuttgart, naar de Neue Vocalsolisten, en zodoende heeft hij de twee groepen aan elkaar gekoppeld. Toen de samenwerking echt van de grond kwam dachten we natuurlijk aan bovenstaand verhaal en vroegen aan Krebber om zijn toevallige ontdekking te gebruiken in een nieuw werk.
Nog drie componisten kregen een opdracht voor dit project, namelijk de jonge Russin Elena Rykova, de meer gearriveerde namen Fabio Nieder en José-María Sánchez-Verdú. De keuze voor deze componisten werd gemaakt in overleg met Stuttgart, met de manager Christine Fischer. Sánchez-Verdú is een oude bekende van de Vocalsolisten en schreef tien jaar geleden een intrigerend stuk voor Calefax, ‘Libro de Glosas’. Nieder en Rykova zijn allebei nieuw voor Calefax, en vertegenwooridgen totaal verschillende werelden: Nieder een oude rot in het vak die tot in zijn haarvaten (de problemen van) de Europese traditie voelt en wil laten horen, en de jonge hond Rykova die haar vrolijke talent schaaft aan poëzie, beeldende kunst en experimenten op het gebied van muzieknotatie en uitvoeringspraktijk. We kozen als naam voor het project ‘Morphing Relations’, een uitnodiging aan de alle vier de componisten om muzikaal aan de slag te gaan met de relaties tussen oude en nieuwe muziek, tussen zangers en blazers (en vogels?), publiek en musici, en wat ze zelf nog relevant vonden.
Wat vrij uniek is aan dit project is de aanloopfase. Al in april 2017 kwamen alle musici en componisten bijelkaar, om elkaar te leren kennen en ideeën uit te wisselen. We werkten twee lange dagen in de prachtige repetitiefaciliteiten van de Vocalsolisten in Stuttgart, en daar werden de zaadjes geplant voor de werken die nu de basis vormen voor het concertprogramma Morphing Relations. De componisten gingen vervolgens een half jaar aan de slag en in december kwamen we weer in Stuttgart bijeen. Sommige componisten waren al helemaal klaar, sommigen nog aan het puzzelen, sommige aanwezig, andere té druk met puzzelen, en Elena Rykova logde via internet in om virtueel aanwezigheid bij de eerste readings van haar partituur. Ik denk zeker dat dit proces heeft bijgedragen aan de kwaliteit, intensiteit van de stukken. Eén variant van morphing had ik niet voorzien maar is wel leuk om te melden: de afbeeldingen die de Chileense grafisch ontwerper Alvaro Tapia Hidalgo voor dit project ontwikkelde maakten zoveel indruk op Elena Rykova, dat zij besloot om zijn werk te gebruiken als openingsbeeld voor haar theatraal vormgegeven compositie.
De Spanjaard Sánchez-Verdú is een meester in het herscheppen van oude muziek. Voor zijn Terrains vagues tast hij heel voorzichtig een oude compositie af, als een archeoloog die vol verwondering de contouren van een prachtige ruïne blootlegt. De vier delen van de compositie ziet Sánchez-Verdú als vier lagen van een kartografie van een stad, waarbij de stad in dit geval een muziekstuk is: het chanson “Cueurs delolez” van Pierre de la Rue (15e eeuw). In ‘Terrains vagues’ gebruiken de musici van Calefax naast hun instrumenten ook hun stem, in het schemergebeid tussen zuchten en fluisteren.
De Duits-Italiaanse componist Fabio Nieder houdt in zijn compositie ‘Eine alpenländische Volksweise von Krieg und Tod’ een pleidooi voor de eenvoud van volksmuziek, in dit geval uit Kärnten. Zelf geboren in Triëst (Trst) is Nieder begaan met de cultuur van de Sloweense minderheden in omringende landen. Het onderwerp van dit ‘Soldatenlied’ staat in contrast met de sfeer van Nieders compositie: het stuk doet aan als een zeer consonante, meditatieve ode aan de Ländler, van oorsprong een dansvorm in driekwartsmaat, hier gesublimeerd naar een langzaam en weemoedig pleidooi voor de eenvoud van de volksmuziek. De tekst wordt gezongen in het Windisch, een Sloweens dialect.
Elena Rykova tapt voor haar werk ‘Thousand Splinters of a Human Eye’ uit een heel ander vaatje, om tot een muziektheatraal spektakel te komen. De jonge Russische die momenteel studeert in Harvard rekt het begrip van wat een componist is behoorlijk op en ziet zichzelf ook als dichter en beeldend kunstenaar. “Met mijn muziek wil ik een ruimte scheppen waarin mensen – musici én publiek – samenkomen om de klank- en visuele werelden te ondergaan die ik bedenk en met hen deel.” Haar bijdrage aan ‘Morphing Relations’ is een sensationele partituur waar maar enkele traditioneel genoteerde muzieknoten in staan, en des te meer tekeningen, teksten, regieaanwijzingen en grapjes. Het resultaat is een geënsceneerd muziekstuk als in een droom, ondermeer met teksten (van de Ameriaaknse dichter William Williams) over de onthechting waaraan je ten prooi kunt vallen als je in een bus zit en om je heen kijkt. De vele glasplaten in de bus creëren een combinatie van doorkijkjes en weerspiegelingen, en door de vluchtige indrukken kun je je makkelijk verliezen in de levens van de mensen om je heen. “Inside the bus one sees his thoughts sitting and standing. Who are these people (how complex this mathematic) among whom I see myself in the regularly ordered plateglass?” Daarnaast pakt Rykova het onderwerp van dit programma, Morphing Relations, heel letterlijk op door vijf duos te vormen van telkens één zanger en één instrumentalist, die onderzoeken op wat voor manieren ze samen geluid kunnen halen uit een hobo, klarinet, saxofoon, basklarinet respectievelijk fagot.
Dan Krebber zelf, de man die dit project initieerde. Zijn werk ‘mediated mixes’, mondt uit in een live-uitvoering van de vergissing van vijf jaar geleden: Janequin en Bauckholt tegelijkertijd. In zijn compositie staat Krebber ook stil bij het verschil in de beleving van muziek, of geluid in het algemeen, tussen nu en vijfhonder jaar geleden. Als wij op de radio het geluid van vogels horen zeggen we ‘ik hoor een vogel’, terwijl we eigenlijk alleen een luidsprekermembraam horen trillen — er komt op dat moment geen vogel aan te pas. Krebber: in ‘mediated mixes’ wil ik verschillende verschijningsvormen van muziek samenbrengen en vervormen. #morphingrelations
Voor de concerten in Nederland wordt het programma gecompleteerd met een ‘gouwe ouwe’ uit het Calefax-repertoire: het korte stuk ‘Le tournedisque antique’ van Sander Germanus (1972). Hoewel dit stuk al 15 jaar geleden werd geschreven, valt het perfect onder de noemer ‘Morphing Relations’. De componist speelt met het ‘vervormen’ van de muzikale verhaallijn door zowel de snelheid als de toonhoogte voor het gehele rietkwintet gelijktijdig (microtonaal) te veranderen, een beetje zoals je met een ouderwetse platenspeler kunt spelen door je duim tegen de zijkant van de plaat aan te drukken. Daarnaast grijpt ook Germanus terug naar vroeger eeuwen, door een madrigaal van Carlo Gesualdo te citeren en te morphen in zijn eigen, hedendaagse muzikale landschap.
Morphing Relations is gaat vanaf 25 april op tournee. Alle concertdata zijn hier te vinden.
De vier nieuwe composities in Morphing Relations zijn ontstaan dankzij financiële hulp van de Ernst von Siemens Musikstiftung.