De musici voorzien een nieuwe collectie video’s van persoonlijke verhalen.
Alban Wesly, fagot
Johan de Meij – Un Momento Dado
Alban: “In januari 2020 kwam onze langverwachte samenwerking tot stand met de Nederlandse componist Johan de Meij, de koning in het land van de harmonieorkesten. Samen met de Marinierskapel der Koninklijke Marine bracht Calefax een nieuw werk van De Meij in première, Un Momento Dado, een ode aan een ander Nederlands fenomeen, Johan Cruijff.
Toen De Meij in 2017 door Calefax werd benaderd, bleek al gauw we al gauw een gemeenschappelijke fascinatie voor het Amsterdamse orakel Johan Cruijff. De Meij: “die associatie met Johan Cruijff bleek een vruchtbare. Als we het over Cruijff hebben, dan spreken we in termen van virtuositeit, creativiteit, grilligheid en radicale vernieuwing. Dat zijn aspecten die ik ook bij Calefax zie, een bevlogen groep die al 34 jaar onverstoorbaar en met een creatieve drive in de wereld van de kamermuziek een plek verovert voor zijn eigenzinnige bezetting.”
In dit grootse nieuwe werk gebruikt De Meij een Leitmotiv bestaat uit de tonen C-A-E-F-A, zijnde de notennamen die als letters in het woord CALEFAX te vinden zijn. In zijn pure vorm klinkt dit motief voor het eerst als het rietkwintet ten tonele verschijnt, geïntroduceerd door de hobo. Wat volgt is een aaneenschakeling van muzikale invallen in een grote rijkdom aan kleurencombinaties. Opvallend hierbij zijn de momenten waar De Meij één van de instrumenten van Calefax paart aan een groep uit het orkest; een dromerige passage voor saxofonist Raaf Hekkema met de saxofoonsectie, en hoboïst Oliver Boekhoorn met de dubbelrietblazers van het orkest. Het motief C-A-E-F-A komt in vele gedaantes terug alvorens in een virtuoze klank-cascade naar het triomferende eind te rennen. Wat ik persoonlijk een leuke gedachte vind is het feit dat alle toekomstige rietkwintetten die dit stuk gaan uitvoeren, veelvuldig het motief ‘CALEFAX’ zullen spelen. En daarmee, misschien wel onbewust, een ode brengen aan de uitvinders van het rietkwintet!”